Als we over de Achelse
Teuten spreken, spreken we vooral over de belangrijkste Teutenfamilie,
namelijk die van Simons. Deze behoort tot de oudste familie van Hamont.
In de 18de eeuw was deze naam een veel voorkomende naam in de lijsten
van de burgemeesters.
Het prille begin.
Uit het huwelijk van Jan Simons en Anna-Maria Rijcken kwam een zoon: Hendrik-Jozef
Simons. Hij werd opgenomen in de Teutencompagnie Rijcken & Co. Hij begon
in 1767 als leerjongen en na 2 jaar was hij al volwaardig Teut. Hij kreeg
het gebied rond Abbenbroek toegewezen. In het begin deelde hij dit gebied
samen met Hendrik Rijcken, Hendrik Leijssen en C. Corstiens. Hier werden
zeer goede zaken gedaan. Op 7 januari 1784 huwde hij met Helena Elisabeth
Poelmans. Op 4 april werd Hendrik-Jozef dood aangetroffen in zijn woning
te Abbenbroek. Hij liet een vrouw en 2 kinderen achter. Het leed van deze
familie werd gedeeltelijk verzacht door de zekerheid van een toekomst
voor de twee zonen in de Teutencompagnie Rijken & Co en het uitbetalen
van hun vaders aandeel door dezelfde Compagnie.
Het hoogtepunt.
Johannes-Jacobus, zijn oudste zoon, werd in 1805 na 3 jaar als leerjongen
gewerkt te hebben opgenomen in de Compagnie Rijcken & Co, Adriaan volgde
in 1809 na 5 jaar leerjongen te zijn geweest. Dit was een gunstige tijd
voor de Teutenhandel en beide zonen legden grote rijdommen aan voor de
latere familie Simons.
Johannes-Jacobus gaf zijn zaak in 1846 over aan zijn oudste zoon Joseph
Simons en zei de Teutenhandel vaarwel. Terwijl Adriaan tot aan zijn dood
in 1837 doorwerkte. Toen nam ook Antoon, Adriaans oudste zoon, zijn vaders
zaak over.
Het einde.
Antoon bleef in de Compagnie Rijcken & Co tot ongeveer 1856. Rond dat
jaar begon hij met zijn broer Willem en een zekere Bernaerts een zaak
in Montfoort. De Simonssen werden zeer rijk door vele succesvolle zaken.
Beiden bleven zonder nageslacht en schonken een groot deel van hun fortuin
aan de kerk en aan de Achelaars (de bevolking van Achel). Zij werden beide
burgemeester, waren voorzitter van vele Achelse verenigingen en steunden
vele initiatieven. Op hun kosten werd tevens de eerste vrije katholieke
school gebouwd, dit was in 1880. |