De Koreaanse Oorlog.


    1. Waarom ontstond er een oorlog in Korea?


De reden waarom er zo'n oorlog losgebroken is in Korea, is niet omwille van het feit dat Korea een vruchtbaar land was. Integendeel! Korea is een dor en onherbergzaam land, afwisselend geteisterd door extreem hoge en extreem lage temperaturen. Een land waar malaria en andere vreselijke ziekten, als gevolg van de bemesting van de rijstvelden met menselijke uitwerpselen, het leven kostten van velen.

Ook is Korea feitelijk niet echt geschikt voor grootschalige gevechten, wegens de te grote verzameling bergketens die Korea doorsnijden en zo natuurlijke barrières vormen voor militaire acties.

De enige reden waarom er werd gevochten in Korea was de overtuiging: het communisme (Rusland) wilde bewijzen dat het nog lang niet was verslagen en dat het zou overleven, waardoor het kapitalisme (de Verenigde Staten) zich "gedwongen" voelde om dit te gaan tegenspreken. Waarom dit nu precies in Korea gebeurde, is gemakkelijk te verklaren: Korea was een grensland van Rusland en in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog had Rusland er kans gezien om in het Noordelijke (communistische) deel een goed getraind, goed uitgerust Noord-Koreaans Volksleger achter te laten, dat veel sterker was dan de strijdkrachten van Syngman Rhee in het zuiden. Syngman Rhee was de president van de republiek Zuid-Korea. De reden waarom er enkel een republiek in Zuid-Korea was en niet in Noord-Korea, is gelegen in het feit dat de Russen enkel verkiezingen toelieten ten zuiden van de 38ste breedtegraad (wat de grens was tussen Noord- en Zuid-Korea). Toen er dan eenmaal een republiek was, nam het Noorden wraak door de Democratische Volksrepubliek Korea af te kondigen.

Er werd dus geen oorlog gevoerd om het land, maar wel uit idealisme, dat werd aangewakkerd door de Koude Oorlog die toen volop aan de gang was.



    2. Waarom hadden de Amerikanen in 1949 Zuid-Korea verlaten zonder er voor te zorgen dat het goed bewapend was om zich te kunnen verdedigen tegen het "vijandige" communistische Noorden?


Dit lijkt onverstandig, want ten eerste: het Noorden had daarentegen een goed ontwikkeld volksleger dat goed bewapend was (dankzij de Russen) en ten tweede: het Zuiden moest zich toch kunnen verdedigen mocht er een aanval komen van het Noorden. Waarom werd er dan toch door de Amerikanen geopteerd om een zo klein mogelijke strijdmacht achter te laten in het democratische Korea? Een van de vele redenen was dat de Amerikanen zich niet bewust waren van de omvang en de kwaliteiten van het leger dat de Russen hadden achtergelaten. Een andere reden was ook dat men niet zo snel een aanval van het Noorden verwachtte, maar de belangrijkste reden was dat de Amerikanen bang waren dat president Syngman Rhee met geweld uiting zou geven aan zijn passie voor de vereniging van zijn land. Hij had dit reeds vaak gedreigd en ooit eens letterlijk gezegd dat hij Noord-Korea kon veroveren in 14 dagen indien Amerika hem maar de vliegtuigen en benzine gaf. Dit was echter zeer tegen de zin van de Amerikanen, waardoor president Harry Truman (die toen president van de Verenigde Staten was) besloot om dan ook niet te veel militaire steun achter te laten in Zuid-Korea. Een misschien nog wel belangrijkere reden van dit alles was het feit dat het voorstel om Korea militair te steunen, werd afgewezen door het congres omwille van financiële redenen.



    3. De eerste verwikkelingen.


Om vier uur in de morgen van 25 juni 1950 hoorden de Zuid-Koreaanse militairen, die de grens met het communistische Noorden bewaakten, het dreunen van artillerie en enkele ogenblikken later flitsten de vijandelijke granaten Zuid-Korea binnen. Die dag overschreed het communistische Volksleger de 38ste breedtegraad. Nog diezelfde dag drong de veiligheidsraad van de VN aan op een 'staakt-het-vuren' en een terugtrekking van de Noordkoreaanse troepen. Amper twee dagen later (want Noord-Korea weigerde gehoor te geven aan de resolutie van de veiligheidsraad) beval president Truman lucht- en vlooteenheden naar Zuid-Korea te sturen. Op 28 juni, amper 3 dagen na de inval van het Noorden, waren de communistische troepen reeds Seoel (de Zuidkoreaanse hoofdstad) binnen gevallen. Kort daarop volgde de verovering van Inchon (zie kaart) en Taejon (zie kaart). Tegen 6 augustus stonden de Noord-Koreaanse soldaten reeds aan Taegu (zie kaart), nauwelijks 50 kilometer verwijdert van Pusan (zie kaart), waar de Amerikaanse soldaten ondertussen gestationeerd waren. Na enkele maanden hadden de Noord-Koreanen dus vrijwel het ganse Zuid-Koreaanse grondgebied bezet.



    4. Hoe was Noord-Korea er in geslaagd om op zo'n korte tijd zo een groot gebied te veroveren?


Vooreerst had Noord-Korea natuurlijk het voordeel dat het in bezit was van een goed getraind leger dat militair goed uitgerust was. Verder had Noord-Korea natuurlijk ook het voordeel van de aanval. Deze was voor het Zuiden een verassing geweest, waardoor het totaal niet voorbereid was hierop, de inval kwam totaal onverwacht. Het Zuiden kon tevens ook moeilijk opzienbarend verweer leveren, want ze hadden bijna geen leger. Verder kon het ook nog niet onmiddellijk steun bekomen van andere landen. Dit alles had als gevolg dat het in het begin er naar uitzag dat het Noorden inderdaad begonnen was aan een triomfantelijke overwinning op Zuid-Korea, dat onder de voet werd gelopen.



    5. Inmenging van de VS en de VN.


Begin juli worden de eerste Amerikaanse troepen van Japan naar Zuid-Korea verscheept. Zij vestigden zich in Pusan (zie kaart), een stad gelegen aan de Japanse Zee en die toen de voorlopig nieuwe hoofdstad van Zuid-Korea werd. De 5de juli kwamen de Amerikanen voor het eerst in actie tegen de Noord-Koreanen in Osan (zie kaart), waar ze echter verslagen werden. De Amerikanen werden toen nog algauw bijgestaan door andere krijgsmachten die in naam van de VN kwamen helpen. Pas op 17 augustus behaalt de VN haar eerste overwinning op de Noord-Koreanen. Deze had plaats op de 'Noname ridge' (heuvelrug zonder naam) en had als gevolg dat het vijandelijk bruggenhoofd aan de rivier de Naktong, dat er door de Noord-Koreanen was gezet, vernietigd werd. Vanaf die dag (17 augustus) begonnen zowel de VN als de Noord-Koreanen met wederzijdse, krachtige aanvallen. Deze duurden voort tot 25 september. Die dag begon de massale terugtocht van de Noord-Koreaanse strijdmachten. De achtervolging door de VN begon en de VN slaagde er zelfs in Seoel te heroveren. Op 1 oktober overschreden de ROK-troepen (de troepen van de Republic of Korea, dus de Zuidkoreaanse troepen) bij hun achtervolging van de Noord-Koreanen de 38ste breedtegraad. Er werd door generaal MacArthur van de VN-strijdkrachten gevraagd naar de overgave van de Noord-Koreanen. Hun antwoord was echter negatief, wat op 7 oktober leidde tot het overschrijden van de 38ste breedtegraad door de VS-troepenmacht, diezelfde dag nog kregen ook de VN-troepen toestemming om de 38ste breedtegraad over te steken. Drie dagen later reeds werd Wonsan (zie kaart) veroverd en nog een week later werd Pyongyang (zie kaart), de hoofdstad van Noord-Korea, veroverd.



    6. Hoe konden de VS en de VN op zo'n korte tijd zo'n groot gebied heroveren en veroveren?


Het antwoord hierop is natuurlijk vrij simpel: de troepen van de VN en de VS waren veel groter en geperfectioneerder dan die van Noord-Korea. Eenmaal de strijdmachten ten volle gevestigd waren, kon niemand ze nog tegen houden van een terugdringing van de vijandelijke bezetters.



    7. Wat was de reactie hierop van andere landen?


De kapitalistische landen (voornamelijk Europa en Amerika) reageerden alsof het een uiteindelijke, finale overwinning was van de democratie en het kapitalisme dat het communisme maar eens te meer terecht in het stof beet. Dit alles was echter zeer tegen de zin van de communistische landen en dan voornamelijk tegen de zin van China. Deze laatste dreigde er reeds op 30 september mee (één dag voor de eerste troepen de 38ste breedtegraad overstaken) dat "het Chinese volk niet lijdzaam zou tolereren dat het land van zijn naburen op barbaarse wijze door imperialisten zou worden overvallen". Enkele dagen voor de VS- en de VN-troepen de grens hadden overgestoken, dreigde China er zelfs mee in de Koreaanse Oorlog te interveniëren. Wanneer dit echter dan toch gebeurd en dit niet veranderde na een tweede verwittiging liet China op 16 oktober "volksvrijwilligers" in het geheim vanuit Mantsjoerije (een provincie van China, die aanpalend ligt aan Korea) Korea binnen. Deze gingen tien dagen later over tot de aanval. Vanaf 1 november werden deze tevens bijgestaan door straalvliegtuigen, die door Rusland werden gezonden. Dit werd het begin van maandenlang gevechten tussen beide fronten.



    8. Waarom mengde China zich in de Koreaanse Oorlog?


Sinds het begin van de 19de eeuw is Korea een pion geweest in de strijd om de macht in Azië tussen de opkomende machten Rusland en Japan. Als Rusland of Japan wilden de overheersende macht vertegenwoordigen in Azië, dan konden ze dit enkel door een overheersing van China. Hiervoor moesten ze eerst in het bezit komen van het Koreaanse schiereiland omdat ze daardoor ten eerste in het bezit kwamen van talrijke ijsvrije havens en waardoor ze ten tweede een vrije toegang verkregen tot Mantsjoerije (wat grenst aan Noord-Korea en wat een provincie is van China). Bijgevolg wilde China absoluut vermijden dat Korea in handen viel van Japan of Rusland. Dit deed China dus het best door, tijdens de Koreaanse Oorlog, Korea te helpen, om zodoende Korea te kunnen beheersen of bezitten na de oorlog. Korea vormt voor China namelijk een natuurlijke barrière tegen de mogelijke Russische en Japanse vijandige plannen.

Waarom China nu precies Noord-Korea hielp en niet Zuid-Korea is ook gemakkelijk te verklaren. Want indien China Zuid-Korea zou geholpen hebben, dan zou Noord-Korea geen enkele kans gehad hebben en zou China misschien dan ook Korea kunnen hebben beheersen na de oorlog. De reden hiervoor is vrij simpel: zowel China als Noord-Korea waren communistische gezind en dit was trouwens ook in de eerste plaats de reden geweest waarom de oorlog was begonnen.



    9. Het ontstaan van een eindeloos heen-en-weer verschuiven van de frontlinies.


Op 4 december moesten de VN-troepen massaal vluchten uit Noord-Korea. Ze werden teruggedreven door de communistische strijdkrachten tot aan de 38ste breedtegraad. 1951 begon met een nog slechtere situatie voor de VN-troepen: Seoel werd voor de tweede maal veroverd door de communisten. Pas op 15 januari 1951 slaagde men erin het vijandelijk offensief te stuiten. Hierna konden de VN-troepen de communistische strijdkrachten terugdrijven naar de 38ste breedtegraad, maar echter tevergeefs, want op 30 april waren ze verplicht zich terug te trekken op tevoren gereedgemaakte stellingen ten noorden van Seoel. Pas op 13 juni veroverden de VN-strijdkrachten (onder leiding van de nieuwe generaal Ridgway) het gebied tot aan de 38ste breedtegraad terug en slaagden er zelfs in enkele gebieden erboven in te palmen. Doordat de oorlog en de verschuiving van de linies bleef aanhouden (maar ook vooral omdat Noord-Korea en het communistische leger sterk verzwakt was) deed de Sowjet-gedelegeerde Malik een voorstel om tot een wapenstilstand te komen.



    10. De eerste onderhandelingen in Kaesong.


Op 30 juni 1951 stelde generaal Ridgway Malik op de hoogte dat de VN bereid was de mogelijkheid van een 'staakt-het-vuren' te bespreken, met als gevolg dat de eerste vredesbesprekingen gehouden werden op 10 juni in Kaesong (zie kaart). De communistische groep werd vertegenwoordigd door luitenant-generaal Nam Il van Noord-Korea en de VN-delegatie werd geleid door vice-admiraal Charles Turner Joy van de VS. Het VN-commando brak de bestandsbesprekingen af op 5 augustus omdat er gewapende vijandige troepen in de neutrale zone waren binnengedrongen. Vijf dagen later werden de besprekingen dan hervat, maar dit bleek slechts voor korte tijd te zijn, want op 23 augustus werden de besprekingen opnieuw stilgelegd, ditmaal door de communisten omdat hun delegatie te Kaesong 'gebombardeerd' zou zijn.



    11. Verdere vredesbesprekingen in Panmunjom.


Op 25 oktober werd de wapenstilstandconferentie hervat in Panmunjom, waar drie dagen later besloten werd dat de frontlijn de demarcatielijn zou worden. Op 12 november werden aan de kant van de Westerse geallieerden de offensieve operaties gestaakt en begon men met de actieve defensie van de demarcatielijn. Deze periode bleef duren tot juni 1952. Het staakt-het-vuren (of de 'Little Armistice' zoals het werd genoemd) begon vanaf 27 november 1951 en duurde één maand. Hierna ging feitelijk de oorlog voort, zonder dat de verschillende legers quasi in beweging kwamen.





    12. Uitwisseling van krijgsgevangenen.


Na de vredesbesprekingen in Panmunjom werden de lijsten van krijgsgevangenen uitgewisseld. Twee weken later (begin 1952) kwam er een voorstel van de VN wat de uitwisseling van de krijgsgevangen betrof: men stelde voor om bij de uitwisseling rekening te houden met het principe van de vrijwillige repatriëring. Deze vrijwillige repatriëring hield in dat men enkel diegenen die krijgsgevangen waren genomen en die ook effectief naar huis wilden terugkeren, in aanmerking kwamen om te worden uitgewisseld en is dus tegengesteld aan gedwongen repatriëring waarbij elke krijgsgevangene terug wordt uitgeleverd. De communisten reageerden echter zodanig hevig op het voorstel van de Amerikanen over de vrijwillige repatriëring, dat er een situatie ontstond waar men nauwelijks nog een oplossing voor vond (en die ruim achttien maanden duurde alvorens men eruit was). Omwille van deze hevige reactie, die de VN niet had verwacht, herzag de VN haar voorstel en kwam tenslotte op de proppen met een vernieuwd aanbod op 28 april 1952, waarbij er echter voet bij stuk werd gehouden aan het principe van de vrijwillige repatriëring. Dit bleek echter nog altijd niet naar de zin van de communistische delegatie en wanneer er tenslotte rellen ontstonden onder de communistische krijgsgevangenen op het eiland Koje, besloot de VN op 8 oktober de bestandsbesprekingen te verdagen totdat het voorstel over de uitwisseling werd aanvaard of totdat de communisten met een beter tegenvoorstel op de proppen kwamen. Omdat de oorlog intussen maar bleef duren, diende India tenslotte een compromis-voorstel voor een wapenstilstand in bij de VN. Het communistische China wees dit compromis-voorstel echter een maand later op 15 december officieel af.



    13. De ingrijpende politieke veranderingen in die tijd.


President Harry Truman, die het ganse conflict in Korea tot dan toe als president van de Verenigde Staten had gevolgd, werd niet herkozen. Zijn opvolger werd gekozen op 4 november 1951 en was Dwight Eisenhower. President Eisenhower was reeds tot president gekozen op die dag, maar was pas geïnstalleerd als president op 2 februari 1952. Zijn eerste 'State of the Union message' (een soort toespraak van de president aan het congres dat ieder jaar plaats grijpt) sloot hij af met de mededeling dat de neutralisering van de Straat van Formosa opgeheven zou worden (wat hier precies mee bedoeld wordt, wordt uitgelegd in punt 14). Verder greep er ook een ingrijpende verandering plaats in het communistische Rusland: op 5 maart overleed premier Jozef Stalin. Georgi Malenkov werd op 6 maart als opvolger benoemd.



    14. Welk effect had de opheffing van de neutralisering van de Straat van Formosa?


In juni 1950, had een Amerikaanse vloot de opdracht gekregen zowel een aanval op Formosa (het huidige Taiwan) te voorkomen als om te verhinderen dat Formosa zou worden gebruikt als basis voor operaties tegen het vaste land. Toen China zich in de strijd begon te moeien, werd de bescherming van Formosa dus feitelijk een bescherming van China. Aangezien de vloot die Formosa beschermde, nu als een defensief wapen diende voor het communistische China was het dan ook niet langer verstandig of logisch de vloot Formosa te laten beschermen. Deze maatregel werd echter pas beslist en uitgevoerd begin 1953, ruim één jaar later nadat China zich met het conflict begon te moeien. Dit was echter zeker niet de enige reden waarom de deneutralisering van de Straat van Formosa niet eerder plaats vond, want anders hadden de Amerikanen dit al vanaf het begin, dit is het moment waarop China zich in de strijd stortte, kunnen doen.

De belangrijkste bedoeling van president Eisenhower was de communisten onder druk te zetten een oplossing te vinden voor het probleem van de krijgsgevangenen, die toen al bijna één jaar aan de gang was. Zowel Eisenhower als Dulles (die toen pas Minister van Buitenlandse Zaken van Amerika was) geloofden sterk dat, wanneer het communistische China er van overtuigd zou worden dat er verhoogde Amerikaanse militaire acties zouden komen op andere fronten, zij zich al veel inschikkelijker zouden gedragen dan tevoren. Dat deze toestand bij de communisten dan ook daadwerkelijk bereikt werd, werd al vlug duidelijk toen de Amerikanen merkten dat er Chinese manschappen en wapens overgeheveld werden naar het vasteland tegenover Formosa. De uitwisseling van de krijgsgevangen leek toen in een versnelling te geraken: reeds 1 maand later begon men met de uitwisseling van zieke en gewonde gevangenen. Deze uitwisseling vond plaats onder de naam 'Operation Little Switch'. Zes maanden later pas vond er een volledige uitwisseling plaats ('Operation Big Switch').

Mede verantwoordelijk voor deze plotse uitleveringen was natuurlijk ook het feit dat het grote boegbeeld van het communisme, Stalin, de man die waarschijnlijk de opdracht had gegeven tot de invasie van Zuid-Korea en die communistisch China ertoe had overhaalt zich in de oorlog tegen de Amerikanen te keren, was overleden, wat de communistische wereld op zijn kop deed staan.



    15. Het hervatten van de vredesbesprekingen in Panmunjom.


Doordat er eindelijk vorderingen kwamen bij de uitwisseling van de krijgsgevangenen was de VN opnieuw bereid de bestandsbesprekingen te hervatten in Panmunjom op 26 april 1953. Hier aanvaardden de communisten het voorstel van gedeeltelijke vrijwillige repatriëring. Dit hield in dat de gevangenen die liever niet terug naar hun land wilden, onder neutrale bewaking konden blijven in Korea, in plaats van zich naar een neutraal land te laten overbrengen. Er stak zich echter een probleem de kop op: de Zuidkoreaanse president begon een campagne om het staakt-het-vuren te beletten. Dit deed hij omdat hij aan de VN begon te verlangen dat zij door zouden gaan met de oorlog om dan het veroverde Noordkoreaanse gebied aan hem te geven ter uitbreiding van zijn land. Daarom verwierp de Zuidkoreaanse Nationale Vergadering dan ook unaniem de voorwaarden voor een wapenstilstand op 9 juni. Dit was echter zeer tegen de zin van de VN, die er naar streefde de oorlog zo vredevol en zo vlug mogelijk op te lossen.



    16. Het antwoord van Noord-Korea en het hervatten van de vredesbesprekingen zonder Zuid-Korea.


Na de verwerping van de voorwaarden voor een wapenstilstand door Zuid-Korea ontketende Noord-Korea een kleine week later het zwaarste offensief tegen de ROK-troepen (de troepen van de Republic of Korea, dus de Zuidkoreaanse troepen) in de oostelijke sector sinds de oorlog losbrak midden 1950. Als tegenreactie gaf president Syngman Rhee het bevel de ongeveer 27.000 Noordkoreaanse krijgsgevangenen in vrijheid te stellen en hun tevens de toestemming te geven om zich als burgers in Zuid-Korea te vestigen. Dit had als gevolg dat de Noord-Koreanen de VN ervan beschuldigde van medeplichtigheid bij de bevrijding van de krijgsgevangen, met als gevolg dat de vredesbesprekingen opgeschort werden. Pas op 25 juni, nadat de onderminister van Buitenlandse Zaken Walter Robertson in Seoel president Rhee wist te overtuigen de wapenstilstand te aanvaarden, werden de onderhandelingen voortgezet. Maar aangezien de Zuid-Koreaanse president roet in het eten bleef strooien, werd er beslist de eindonderhandelingen voor de wapenstilstand verder te zetten zonder medewerking van Zuid-Korea. Het duurde dan nog 2 weken alvorens onderminister Robertson de president kon overhalen zich niet langer te verzetten tegen de wapenstilstandvoorwaarden.



    17. Nog een laatste poging van Noord-Korea alvorens de wapenstilstand werd ondertekend.


Op 13 juli 1953, nauwelijks 2 dagen nadat de Zuid-Koreaanse president de voorwaarden van de wapenstilstand had aanvaard, openden de communisten een nog groter offensief tegen de ROK-troepen dan tevoren. De bedoeling van dit offensief was wederom aantonen aan president Rhee hoe nutteloos elke oorlog van Zuid-Korea tegen Rood-China zou zijn. Om dit aan de Zuid-Koreaanse president te bewijzen vonden de communisten het zelfs niet erg om 72.000 man te verliezen om een terrein te veroveren dat nagenoeg van geen enkele waarde was. Het door China gewenste resultaat werd bereikt en algauw volgde op 27 juli 1953 de ondertekening van de overeenkomst van het staakt-het-vuren van de Koreaanse Oorlog door alle partijen waardoor er een einde kwam aan de Koreaanse Oorlog. Tenslotte begon de uitwisseling van de krijgsgevangen (Operation Big Switch) op 5 augustus in Panmunjom, waarmee er voorgoed een einde kwam aan het meer dan drie jaar durende conflict tussen het kapitalisme en het communisme in Korea.



    18. Wapengebruik en legeruitrusting gedurende de Koreaanse Oorlog.


De Noord-Koreanen bezaten middelzware T-34-tanks die een stevig bepantsering, een 85mm-kanon plus een tweetal 7.62-machinegeweren hadden, Yak-gevechtsvliegtuigen, machinepistolen, 122mm-houwitsers, 76mm-gemotoriseerde kanonnen, 76mm-divisiegeschut, 45mm-anti-tankgeschut, 61mm-, 82mm- en 120mm-mortieren, die allen van Russische makelij waren. Later, toen de oorlog al begonnen was, stuurde Rusland dan ook nog eens enkele Migs. Ook kwam daar het goed uitgeruste leger van China nog eens bij. De Noordkoreaanse landmacht telde ongeveer 135.000 landstrijdkrachten en bestond uit zeven infanteriedivisies, enkele tankbrigades, een paar grensbewakingstroepen, nog een afzonderlijk infanterieregiment en een regiment motorrijders. Verder waren er dan ook nog medische, geschuts-, verbindings-, anti-tank-, genie- en opleidingsbataljons, alsmede verkennings- en transportcompagnieën. De Noordkoreaanse divisie was een evenwichtig opgebouwde gevechtseenheid die zich vrij snel kon verplaatsen. Zowel de officieren als de gewone soldaten hadden een speciale militaire opleiding gekregen van de Russen, waardoor ze heel wat ervaring hadden opgedaan nog voor de oorlog was begonnen.

Het Zuidkoreaanse leger daarentegen was zowel in numerieke sterke als in bewapening en ervaring helemaal geen partij voor Noord-Korea. De Zuidkoreaanse landstrijdkrachten telden 143.000 man, die echter te sterk waren onderverdeeld in allerlei sub-eenheden om een krachtig leger voor te stellen. Vooreerst had je de ROK-troepen, die bestonden uit 98.000 man en die zelf verder was onderverdeeld in een gevechtstroep van 65.000 man en 33.000 man die verbonden was aan diverse hoofdkwartieren of die op andere bureaus dienst deden. De gevechtroep van 65.000 man was echter op zijn beurt zelf dan ook nog eens onderverdeeld, wat als resultaat gaf dat het feitelijke leger maar bestond uit acht infanteriedivisies van ongeveer 8000 man. Een tweede onderverdeling van de landstrijdkrachten was die in een 45.000 man tellende 'Nationale Politie', die feitelijk geen dienst deden als soldaat. Men kan hieruit dus weldegelijk gemakkelijk concluderen dat het Koreaanse leger toch wel redelijk groot was, maar dat deze voornamelijk bestond uit non-combattanten, waardoor de effectieve strijdkracht dus feitelijk dan toch niet zo groot was. De Zuidkoreaanse strijdkrachten waren getraind en bewapend door de Amerikanen. De wapens waarover ze beschikten waren dezelfde als die waarmee de Amerikaanse soldaten hadden gevochten tijdens de Tweede Wereldoorlog: het M1-geweer, de .30-karabijn, lichte en zware .30-machinegeweren, 60mm- en 81mm-mortieren, 60mm-raketwerpers (bazooka's) en 37mm-anti-tankgeschut. Het ontbrak hun aan mijnen, zware mortieren, terugstootloze kanonnen, tanks en vliegtuigen. Wel hadden ze 27 gepantserde voertuigen (wat hun zwaarste wapen was) en 89 bruikbare 105mm-houwitsers met een korte loop, maar die slechts een kleine draagwijdte hadden. Met de kwaliteit van het materiaal was het ook al niet te best gesteld: 15% van de wapens en 35% van de voertuigen functioneerde niet en slechts enkelen hadden een degelijke militaire opleiding gekregen. Logisch dat de Zuid-Koreanen in het begin van de oorlog kansloos waren. Pas toen de westerse landen zich gingen bemoeien en er goed getrainde en goed uitgeruste legers naartoe stuurde, kon de situatie keren.