H) De commentaren van de wetenschappers over de wetenschappelijke wonderen in de Heilige Qur'aan
Hieronder volgen een aantal commentaren van wetenschappers over de wetenschappelijke wonderen in de Heilige Qur'aan. Al deze commentaren zijn afkomstig van de video band, getiteld 'This is the Truth'. Op deze video band kunt u de wetenschappers zien en horen, terwijl ze hun hieronder volgende commentaren geven. Voor een kopie van deze video band, kunt u contact opnemen met één van de op bladzijde 69 opgesomde organisaties.
1) Dr.T.V.N. Persaud is professor in Anatomie en hoofd van de Afdeling Anatomie en professor in Kindergeneeskunde en Kindergezondheid aan de Universiteit van Manitoba, Winnipeg, Manitoba, Canada. Hij is een autoriteit op zijn gebied. Hij is de auteur of (eind)redacteur van 25 boeken en heeft meer dan 181 wetenschappelijke artikels gepubliceerd. In 1991, ontving hij de meest onderscheiden prijs, de J.C.B. Grand Award van de Canadese Associatie van Anatomen, uitgereikt op het gebied van anatomie in Canada,. Toen hem gevraagd werd over de wetenschappelijke wonderen in de Qur'aan, die hij had onderzocht, verklaarde hij het volgende:
Het lijkt mij dat Muhammad een zeer gewone man was. Hij kon lezen noch schrijven. In feite was hij ongeletterd. We praten over veertien honderd jaar geleden. Je hebt het over iemand die ongeletterd was, maar diepgaande verklaringen en beweringen aflegde, die verbazingwekkend nauwkeurig van wetenschappelijke aard zijn. Ik kan persoonlijk niet inzien dat dit een stom toeval zou kunnen zijn. Er zijn te veel nauwkeurigheden en, evenals Dr.Moore, heb ik geen twijfels over het feit dat dit een goddelijke inspiratie of openbaring is die hem tot deze beweringen bracht".
Prof. Persaud heeft sommige Qur'aan verzen en de gezegdes van Profeet Muhammad(sas) in sommige van zijn boeken opgenomen. En hij heeft deze verzen en de gezegdes op verschillende conferenties gepresenteerd.
2) Dr. Joe Leigh Simpson is professor en voorzitter van de Afdeling Verloskunde en Gynaecologie aan de Baylor College of Medicine, Houston, Texas, USA. Hij was professor en voorzitter van de Afdeling Verloskunde en Gynaecologie, Universiteit van Tennessee, Memphis, Tennessee, USA. Hij is hoofd van de American Fertility Society.
Hij heeft vele prijzen in ontvangst genomen, inclusief de Association of Professors of Obstetrics and Gynecology Public Recognition Award in 1992. Prof. Simpson bestudeerde de volgende gezegdes van de Profeet Muhammad (sas):
{ Waarlijk, elk van jullie wordt gedurende veertig dagen bijeengebracht in de buik van zijn moeder;} [daarna is hij daar een ` alaq (iets dat vast zit), ook veertig dagen; daarna is hij daar een embryo (mudgha), ook veertig dagen. Dan wordt de engel neergezonden om hem de roeh (geest) in te blazen en hij krijgt opdracht vier dingen neer te schrijven: zijn levensonderhoud (rizq), zijn sterfdag (adjal), zijn werken (`amal) en of hij verdoemd (in de hel) (shaqie) of zalig (in het paradijs) (sa`ied) wordt. (Dan wordt de roeh in hem geblazen)...]36
{Als het embryo 42 nachten oud is, zendt Allaah een engel ernaar, die geeft het een vorm en maakt zijn gehoor, gezicht, huid, vlees en beenderen. Dan vraagt hij (de engel): "O, mijn Rabb (Heer), wordt het een man of een vrouw?" En jouw Rabb (Heer) beslist wat Hij wil..."}37
Hij bestudeerde uitgebreid deze twee gezegdes van de Profeet Muhammad (sas), en merkte op dat de eerste veertig dagen een duidelijk te onderscheiden stadium van embryogenese uitmaakte. Hij was in het bijzonder onder de indruk door de absolute precisie en nauwkeurigheid van deze gezegdes van de Profeet Muhammad (sas). Daarop gaf hij tijdens één conferentie de volgende mening:
"Dus de twee hadieths (de gezegdes van de Profeet Muhammad (sas)) die (hierboven) aangeduid zijn, verschaffen ons met een specifieke tijd tabel, van de voornaamste embryonale ontwikkeling, voor de veertigste dag. Waar het weer op aankomt is, wat 's ochtends herhaaldelijk door andere sprekers aangehaald is, dat (de wetenschappelijke inhoud van) deze hadieths niet op basis van wetenschappelijk kennis die in die tijd van de overlevering beschikbaar was, verkregen zou kunnen worden.... Wat hieruit volgt is volgens mij, dat er niet alleen geen conflict bestaat tussen genetica en religie, maar dat er in feite de religie de wetenschap kan leiden door het toevoegen van openbaringen aan een aantal van de traditionele wetenschappelijke benaderingen en dat er beweringen bestaan in de Qur'aan wiens juistheid door de wetenschap aangetoond zijn. Dit ondersteunt dat kennis in de Qur'aan van Allaah afkomstig is."
3) Dr.E.Marshall Johnson is professor en voorzitter van de Afdeling Anatomie en Ontwikkelings Biologie en directeur van het Daniël Baugh Instituut, aan de Thomas Jefferson Universiteit, Philadelphia, Pennsylvania, USA. Hij heeft meer dan 200 publicaties geschreven. Hij was hoofd van de Teratologie (leer van wonderen) Society. In 1981, tijdens de zevende Medische Conferentie, in Damman, Saoedi Arabië, zei Prof.Johnson in zijn voorgedragen onderzoek: "Samengevat; de Qur'aan beschrijft niet alleen de ontwikkeling van de externe vorm (van het embryo), maar het benadrukt ook de interne stadia, de stadia binnen het embryo, van zijn schepping en ontwikkeling. Het benadrukt de voornaamste gebeurtenissen, die door eigentijdse wetenschap erkend wordt.... Als een wetenschapper, kan ik alleen dingen behandelen, die ik specifiek kan zien. Ik begrijp embryologie, de ontwikkelings biologie.
Ik begrijp de woorden die aan mij uit de Qur'aan vertaald worden. Zoals ik het voorbeeld eerder gaf; als ik mezelf in dat tijdperk zou verplaatsen, wetende wat ik vandaag wist in het beschrijven van dingen, zou ik de dingen (die in de Qur'aan en hadieth beschreven zijn) niet (anders) kunnen beschrijven dan hoe ze beschreven zijn. Ik zie geen bewijsmateriaal voor het feit om het concept te weerleggen dat deze persoon, Muhammad, deze informatie ergens vandaan zou hebben gehaald. Dus ik zie hier niets dat in tegenspraak is met het concept dat goddelijke tussenkomst betrokken was bij wat hij in staat was te schrijven."38
4) Dr.William W.Hay is professor in Oceanografie aan de Universiteit van Colorado, Boulder, Colorado, USA. Hij is een bekend marine wetenschapper. Na een discussie met Prof.Hay over de Qur'aan 's melding van recent ontdekte feiten over zeeën, zei hij:
"Ik vind het zeer interessant dat dit soort informatie in zeer oude geschriften staat, zoals de Heilige Qur'aan . En ik zou niet weten hoe ze (aan deze informatie in de Qur'aan) hebben kunnen komen. Maar ik denk dat het uiterst interessant is dat het (de informatie in de Qur'aan) er is en dat dit werk verder gaat de betekenis van sommige passages te ontdekken".
En toen aan hem werd gevraagd over de bron van de Qur'aan, antwoordde hij: "Wel, ik zou denken dat het het goddelijke Wezen moet zijn."
5) Dr.Gerald C.Goeringer is professor en coördinator van de vakgroep Medische Embryologie op de Afdeling Cel Biologie, School of Medicine, Georgetown University, Washington DC, USA. Tijdens de achtste Saoedi Medische Conferentie in Riyaadh, Saoedi Arabië, verklaarde Prof. Goeringer het volgende over de presentatie van zijn onderzoeksvoordracht:
"In betrekkelijk weinig `Aayahs (verzen uit de Qur'aan) bevindt zich een nogal uitgebreide beschrijving van de menselijke ontwikkeling vanaf de tijd van de versmeltende gameten door organogenese (tot volgroeide baby). Hiervoor (dus voor de komst van de Qur'aan) bestond er niet zulke duidelijke en complete vermelding van de menselijke (embryonale) ontwikkeling, zoals classificatie, terminologie en beschrijving. (In tegenstelling tot dit is) in de meeste, zo niet alle gevallen, (slechts) deze beschrijving tot vroegere tijden terug te voeren. Door vele eeuwen is vermelding gemaakt van de verschillende stadia van menselijke embryogene en foetale ontwikkeling in de traditioneel wetenschappelijke literatuur."
6) Professor Yushudi Kusan is de directeur van de Tokyo Sterrenwacht, Japan. Hij zei:
"Ik ben heel erg onder de indruk dat ik juiste astronomische feiten in de Qur'aan heb gevonden, en voor ons doen hebben wij, moderne astronomen, pas een heel klein gedeelte van het heelal bestudeerd. Wij hebben onze inspanningen geconcentreerd om een heel klein deel te begrijpen. Doordat we telescopen gebruiken, kunnen we alleen heel kleine gedeeltes van de hemel zien, zonder over het gehele heelal te denken. Aldus, door het lezen van de Qur'aan en door het beantwoorden aan de vragen, denk ik dat ik mijn toekomstige weg bij het onderzoeken van het heelal kan vinden."
7) Dr.Tejatat Tejasen is op dit ogenblik de voorzitter van de Afdeling Anatomie en de voormalige decaan van de Faculteit Geneeskunde, aan de Universiteit van Chiang Mai in Thailand. Tijdens de achtste Saoedi Medische Conferentie in Riyaadh, Saoedi Arabië, stond Dr.Tejasen op en zei:
"Sinds de laatste drie jaar, ben ik in de Qur'aan geïnteresseerd. Vanuit mijn studie en van wat ik tijdens deze hele conferentie heb geleerd, geloof ik dat alles wat veertien honderd jaar geleden in de Qur'aan vermeld is, de waarheid moet zijn, die bewezen kan worden door de wetenschappelijke middelen. Daar de Profeet Muhammad noch lezen noch schrijven kon, moet Muhammad een boodschapper zijn, die deze waarheid doorgaf (aan de mensheid en de 'djien'), die aan hem werd geopenbaard als een verlichting door de Ene die gerechtigde Schepper is. Deze Schepper moet God of Allaah zijn. Ik denk dat dit de tijd is om Laa ilaha illallaah, dat er geen godheid is om aanbeden te worden dan Allaah (God), Muhammadar rasoelullaah, dat Muhammad zijn Boodschapper (Profeet) van Allaah (God) is, te zeggen. Tenslotte, moet ik bedanken voor de uitmuntende en zeer succesvolle conferentie. Ik heb niet alleen van de wetenschappelijke kennis tijdens de conferentie geleerd, maar ook de grote kans gehad veel nieuwe wetenschappers te ontmoeten en veel nieuwe vrienden onder de deelnemers te maken. Het meest kostbare ding dat ik verdiend heb om naar deze conferentie te komen is Laa ilaaha illallaah, Muhammadar rasoelullaah en een muslim te zijn geworden."
Laten we nadat we al deze voorbeelden, die we gezien hebben over de wetenschappelijkewonderen in de Qur'aan en al deze commentaren van de wetenschappers hierop, ons deze vragen stellen: Zou het kunnen zijn dat al deze recent ontdekte wetenschappelijke informatie uit verschillende vakgebieden, die in de Qur'aan worden genoemd, welk veertien honderd jaar geleden waren geopenbaard, op toeval berusten ?.
Zou het kunnen dat de Profeet Muhammad (sas) of iemand anders de auteur is van deze Qur'aan?
Het enige mogelijke antwoord is dat deze Qur'aan letterlijk het Woord van Allaah moet zijn, en dat het door Hem geopenbaard moet zijn.