INLEIDING IN DE ISLAAM.

Home Page

 

Door Drs.I.Bayrak

In de naam van Allâh, de barmhartige Erbarmer.

 

De lof is aan Allâh. Wij prijzen Allâh en vragen Zijn hulp en vergiffenis. Wij zoeken onze toevlucht bij Allâh voor al het kwade dat van de satan en onze ego komt. Als Allâh iemand op de rechte weg leidt, is niemand in staat hem te misleiden. En als Allâh iemand misleidt, is niemand in staat hem op het rechte pad te krijgen. Wij getuigen dat er geen godheid is dan Allâh en wij getuigen ook dat Muhammed (sas) Zijn dienaar en gezant is.

 

Allâhs zegeningen en groetenis zijn aan onze heer Muhammed (sas), zijn familie en zijn metgezellen (ashab), de metgezellen van de ashab (tabi'ien) en degenen die hen op het rechte pad hebben gevolgd.

 

ADVIESBUREAU

ISLAM EN ONDERWIJS

Waalstraat 137

1316 EV ALMERE

tel. 036-5345020

 

 

INLEIDING.

 

In de laatste decennia is het aantal muslims binnen de europese samenleving sterk toegenomen. We vormen nu een aanzienlijke minderheid, zelfs de tweede godsdienst, in vele westerse landen. Hoewel de werkgelegenheid aan het afnemen is, neemt het aantal muslims nog steeds toe, zowel door gezinshereniging als door asielverlening en illegaal verblijf. De meeste van ons zullen naar alle waarschijnlijkheid nooit meer terugkeren naar land van herkomst, zodat we blijvend het gezicht en de ontwikkeling van de samenleving mee zullen gaan bepalen.

 

De geschiedenis van de muslim minderheden in europese landen is er één van ontworteling, angst en zelfs agressie (Spanje, Balkanlanden, Bosnië, Kosovo). Daarom ervaren meeste muslims hun verblijf doorgaans als bedreigd. Om deze bedreiging een halt toe te roepen is het vanuit de muslim bevolking nodig om de aard van ons godsdienstig zijn en door welke godsdienstige ervaringen en inspiratie ons muslim-zijn wordt bepaald aan de niet-muslims bekend te maken. Immers, onbekend maakt onbemind.

 

De media draagt het meeste bij deze bedreiging. Journalisten doen dagelijks verslag van de roerigste en vaak dramatische gebeurtenissen in landen waar het merendeel van de bevolking muslim is. Ze houden zich bezig met standaard termen als: het 'fundamentalisme', de 'radicale Islaam', de 'Islaamisten' etc. Hun verhaal wordt vaak 'wetenschappelijk' ondersteund door goedkope politici die zich tekort voelen in de publiciteit.

 

In het navolgende vindt u één en ander over de Islaam als godsdienst en levenswijze. Ik hoop dat u na deze inleidende lezing over de Islaam, enigszins een beeld kunt vormen over de beweeg redenen van de muslims in hun inspanning om terug te keren naar hun ware oorsprong.

 

HET GELOVEN IN EEN GOD (TAWHIED).

De mens heeft al vanaf zijn schepping de behoefte gehad in een bovennatuurlijke Wezen te geloven. We kunnen ons afvragen, waarom die behoefte?.

- Zich aan Hem te onderwerpen

- Hem hulp en inspiratie te vragen

- goede en minder goede dingen aan Hem toe te schrijven

- tot Hem te bidden in voor- en tegenspoed

- toevlucht bij Hem te nemen in tijden van gevaar

- Hem te respecteren

- Hem te gehoorzamen in al Zijn bevelen

- van Hem te houden

- leven en bezittingen voor Hem op te offeren

- en zin aan het aardse leven te geven door het geloven in een onsterfelijkheid na de dood.

 

Het is dan ook ondenkbaar dat een mens niet het bestaan van zijn Schepper kan beredeneren. Iemand die zijn hersenen breekt over het ontstaan van allerlei fysische-, chemische-, biologische- en sociale gebeurtenissen, is ook in staat over zijn Schepper, zijn doel in het leven en zijn eindbestemming na te denken. Als we naar een mooi kunstwerk kijken weten we dat het gemaakt is door een kunstenaar. Waarom vragen we ons dan niet af wie de Kunstenaar is van al datgene dat om hem heen is?. Iedereen weet dat een schip die midden op zee in storm zijn koers voortzet door een kapitein bestuurd moet worden. Is het dan niet logisch dat er ook een Kapitein is, die dit gehele heelal bestuurt ?.

 

Volgens de Islaam is het geloven in de Schepper een erfelijke aanleg, die ieder mens met de geboorte meekrijgt. Vanwege deze aanleg roept een ieder naar de Almachtige als hij in ernstige nood zit. Elk adolescent mens is dan ook verplicht in zijn Schepper te geloven, zelfs als hij nog nooit van de Schepper heeft gehoord.

 

Kinderen kunnen dit nog niet, daarom is elk kind een muslim. In een overlevering (hadieth) zegt Rasul'lullah (Boodschapper van Allâh)(s.a.s.): "...Ieder kind wordt in de ware godsdienst (fitrah, m.a.w. de Islaam) geboren. Maar de ouders maken er een Jood, Christen of Zoroatrist (vuuraanbidder) van". (Bukhaarie en Muslim). Dit betekent dat ieder kind de potentie in zich heeft om voor de ware en natuurlijke godsdienst te kiezen en als het aan zichzelf zou worden overgelaten dan zou het geen andere godsdienst aanhangen dan de Islaam.

 

De mens moet het bestaan van zijn Schepper beredeneren door naar zichzelf, naar de natuur om zich heen, naar de zon, de maan en de sterren in de hemel te kijken. Hij moet zich dan afvragen: "Wie is de schepper van al deze wonderen?". Een verstandig mens zal dan meteen toegeven dat er een Schepper is die dit alles schept, onderhoudt en continueert.

Een mens kan achter Allâh bestaan komen als hij nadenkt over Zijn schepping, Zijn namen en Zijn eigenschappen, die in de Qur'aan en ahadith van Rasul'lullah (sas) (tradities die berichten over iets wat Rasulu'llâh (s.a.s) heeft gedaan, bevolen te doen of te laten of stilzwijgend heeft goedgekeurd als zijn metgezellen het deden) vermeld zijn. Het is niet mogelijk alleen met menselijke verstand Allâh Wezen te beredeneren: (Nederlandse uitleg) "Hem bereiken de blikken niet, maar Hij bereikt de blikken wel."(An'am 6/103). Maar we kunnen ons verstand, onze zintuigen en de gehele schepping als middel gebruiken om Allâh te leren kennen. Want elk onderdeel van Zijn schepping leidt naar Allâhs bestaan: (Nederlandse uitleg) "Wij zullen hun Onze tekenen aan de horizonten en in henzelf laten zien zodat het voor hen duidelijk wordt dat het de waarheid wordt... "(Fussilat 41/53).

 

Het is niet mogelijk de wegen die leiden naar ma'rifatullah (het kennen van Allâh en de bewijzen voor Zijn bestaan) te begrenzen. Vele Qur'aan verzen geven indirect bewijzen voor Allâhs eenheid en grootheid. Als we naar de periode van openbaring kijken zien we dat de meeste van deze verzen in Makkah zijn geopenbaard. Het doel van deze verzen is dan ook heel duidelijk: de mensen uitnodigen voor het geloven in de eenheid en bestaan van Allâh (tawhied).

 

In de Qur'aan worden twee methodes gehanteerd bij het bewijs van Allâhs bestaan:

-1) We worden uitgenodigd door de geschapenen de Schepper te vinden, door het kunstwerk de Kunstenaar te erkennen en ons nuchtere verstand te gebruiken. Het bestaan van het heelal en alles wat zich erin bevindt, is gelijk aan niet-bestaan. Immers alles buiten Allâh is later ontstaan, dus vergankelijk en afhankelijk van de Schepper.

 

-2) Alle dingen en gebeurtenissen die ons verstand doen verbijsteren, zijn onderhevig aan goddelijke wetten en ordening (de zogenaamde natuurwetten). Daarom is het noodzakelijk dat Allâh deze wetmatigheden en ordening hierin brengt. Want wie anders zou dit kunnen dan de Schepper zelf.

 

In geen van de goddelijke boeken is zoveel aandacht besteed aan het bewijzen van Allâhs bestaan en Zijn eenheid als in de Qur'aan. De enige bron die we kunnen raadplegen hierover is ongetwijfeld het Woord van Allâh zelf, de Qur'aan. We hoeven buiten de Qur'aan niet naar andere bronnen te zoeken.

 

 

WAT BRENGT DE TAWHIED MET ZICH MEE?.

 

In de Qur'aan wordt in het algemeen de nadruk op Allâh eigenschappen gelegd om de tawhied (monotheisme) te verduidelijken: buiten Allâh is geen ander godheid die aanbeden mag worden. Daarom is het geloven in Allâhs bestaan iets dat zowel een natuurlijke als een verplichte handeling is voor de mens. Immers elk mens weet wie zijn schepper is. Dit kan alleen door onverschilligheid, hoogmoed en koppigheid belemmerd worden.

Allâhs eenheid erkennen en geloven is, dat je gelooft dat Allâh noch deelgenoten heeft in Zijn wezen, noch in Zijn eigenschappen en noch in Zijn werken. Daarom is de tawhied het belangrijkste onderwerp in de Islaam, het omvat zelfs de gehele Islaam. Het vormt de basis en de essentie voor alle zaken in de Islaam. Zelfs elke twijfel over de onderwerpen van de tawhied kan een muslim in de afgrond van het ongeloof brengen.

 

Tawhied bestaat uit vijf niveaus:

1) Allâh als "Wâdjibu'l Wudjûd " erkennen (m.a.w. Allâhs Bestaan is alleen door Zichzelf en Hij is van niemand afhankelijk).

2) Geloven dat Allâh de Schepper van het gehele heelal is, en van alles wat daarin is.

3) Geloven dat Allâh alle schepselen die zich op aarde en de hemelen bevinden regelt en continueert.

4) het erkennen van Allâh als Rabb (de Meester, de Opvoeder, de Heer van de schepping en de Instandhouder van het geschapene) en het belijden van de éne, Almachtige Rabb.

5) het belijden en dienen van Allâh als de Enige Godheid (Ilâh) aan wie we om hulp vragen.

 

Alles wat zich in de hemelen en hier op aarde bevindt heeft zich goedschiks en kwaadschiks aan hem overgegeven (zie 3/83). Allâh heeft Adam (a.s.) (en daarmee de hele mensheid) alle namen (van de geschapenen) onderwezen (zie 2/31), m.a.w. Allâh heeft de mensen alle wetenschappen onderwezen: (Nederlandse uitleg) "Hij onderwees hem de uiteenzetting" (55/4). Hoewel Allâh de mensen alles heeft onderwezen, ontkent hij toch met de kennis die hij van Allâh heeft gekregen Allâhs bestaan.

 

Het is een feit dat de mens in grote moeilijkheden of bij onverdragelijke pijnen Allâh aanroept voor bevrijding en hulp. Als de mens vrij zou zijn van hoogmoed en koppigheid dan zou hij oog in oog staan met zijn natuurlijke ik, die hij tijdens zijn geboorte heeft meegekregen. En hij zal Allâh automatisch erkennen als Zijn Bevrijder en Redder, netzo als hij het doet in moeilijke tijden: (Nederlandse uitleg) "Zeg:" Hoe lijkt het jullie, als Allâh bestraffing tot jullie komt of het Uur tot jullie komt, zullen jullie dan anderen dan Allâh aanroepen. Als jullie het gelijk hebben (doe het dan). Welneen, Hem zullen jullie aanroepen. Hij zal dan dat, waarom jullie tot Hem roepen, wegnemen, als Hij het wil, en wat jullie als deelgenoten (aan Hem) hebben toegevoegd zullen jullie vergeten". (7/40-41).

 

Ten tijde van de openbaring van de Qur'aan waren de meeste arabieren polytheist, behalve een groep die we aanduiden met de benaming 'dahriyyah'. Deze zeiden: (Nederlandse uitleg) "Er is alleen maar ons tegenwoordige leven, wij sterven en wij leven en alleen door de tijd worden wij omgebracht..." (45/24).

Andere arabieren hadden meerdere goden. Uit de Qur'aan verzen kunnen we opmaken dat Allâh hun "oppergodheid" was: (Nederlandse uitleg) "Behoort de zuivere godsdienst niet Allâh toe?. Zij die zich in plaats van Hem beschermers nemen (zeggen): "Wij dienen hen (de afgoden) slechts opdat zij ons nader tot Allâh brengen: "Allâh zal tussen hen oordelen over dat waarover zij het oneens zijn. Allâh wijst niet wie een ongelovige en een leugenaar is de goede richting".

 

Naast deze twee groepen vinden we een derde groep, die in de zuivere tawhied geloofde, namelijk de 'Hanifieten'. Onder deze groep bevond zich de beroemde dichter Quss bin Sa'idah. Tijdens één van zijn voordrachten benadrukte hij de wonderbaarlijke gebeurtenissen in de natuur en de tekenen hier op aarde en in de hemelen. Hij zei dat al deze gebeurtenissen naar de eenheid van Allâh, het leven na de dood en zelfs de komst van de enige en ware godsdienst en de laatste Profeet leidden.

 

Toen de Islaam kwam, was er geen enkele uitweg die het geloven in de eenheid van Allâh op een dwaalspoor kon brengen. De Qur'aan spreek over ondubbelzinnige bewijzen voor de eenheid van Allâh. De Qur'aan nodigt de mensen uit hun hersenen te gebruiken en hun onbeschonden instincten te volgen bij het zoeken naar hun Schepper: (Nederlandse uitleg) "Als jij hun (de ongelovigen) vraagt wie de hemelen en de aarde heeft geschapen, zeggen zij: "Allâh". Zeg: "Lof zij Allâh". Maar de meeste van hen weten het niet (31/24).

 

Uit de verzen die handelen over Allâh eigenschappen, alsmede de verzen die handelen over de gebeurtenissen, die zich voor de schepping, tijdens en na de Oordeelsdag zullen afspelen, kunnen we niet zozeer directe maar indirecte bewijzen vinden die het bestaan van Allâh benadrukken.

 

Tegenwoordig is een van de grootste geestelijke ziektes, die de mens weerhoudt Allâh bestaan te erkennen en Zijn Boek de Qur'aan als de ware leidraad te accepteren, hoogmoed en koppigheid. Iblis (de duivel) werd door deze twee eigenschappen dan ook verdoemd en voor altijd verdreven uit het paradijs. Pas als de mens zich distantieert van deze slechte eigenschappen en naar zijn natuurlijke instinct luistert, zal hij zijn Rabb (Heer) vinden. Want door zijn hoogmoed kleineert hij één of meer godsdienstige principes en door zijn koppigheid sluit hij zijn ogen voor de waarheid. Hij concurreert als het ware met Allâh in Zijn grootheid en vorstelijkheid. En doordat de mens zich als deelgenoot met Allâh plaatst zal hij in het hiernamaals en/of hier op aarde zijn verdiende straf krijgen.

Een ander belangrijk kenmerk van deze verzen is het feit dat ze de materialistische filosofie, dat het bestaan van leven uit materie en toeval accepteert, verwerpt. In de Qur'aan lezen we dat Allâh zelf uit de dood leven voortbrengt en dat Allâh degene is die de materie schept, verordent en continueert: (Nederlandse uitleg) "Allâh is het die de zaadkorrels en de pitten laat kiemen. Hij laat het levende uit het dode voortkomen. Dat is nu Allâh en hoe worden jullie zo afgeleid." (6/95). "En op de aarde zijn er dicht bij elkaar in de buurt liggende stukken (landgoed, die van elkaar verschillen) en tuinen met wijnstokken, graan velden en palmbomen die in cluster groeien uit een stam of alleen staande die (allen) door een en hetzelfde water bevloeid worden. Wel laten sommige andere in vruchtopbrengst overtreffen. daarin zijn tekenen voor mensen die hun verstand gebruiken" (13/4).

 

 

Concluderend kunnen we zeggen dat de Qur'aan, die gezonden is de mensheid hier op aarde op het rechte pad te leiden en in het hiernamaals tot de eeuwige geluk te brengen, nooit de geestelijke gesteldheid van zijn toehoorder uit het oog verliest, en hen met duidelijke bewijzen overtuigt over het bestaan en de eenheid van hun Schepper. De bewijzen uit de Qur'aan zijn zodanig geselecteerd dat ze in de belevingswereld van elk mens in elk tijdperk past.

 

EEN AANTAL DEFINITIES VAN DE ISLAAM.

(Nederlandse uitleg) '.... Heden heb ik jullie godsdienst voor jullie voltooid, Mijn genade aan jullie volledig bewezen en de Islaam als godsdienst voor jullie goedgevonden.' (5/3). 'Wie iets anders dan de Islaam als godsdienst wenst, van hem zal het dan niet worden aanvaard. Hij behoort in het hiernamaals tot de verliezers.' (3/85)

 

Etymologisch gezien, betekent het woord Islaam: zich vrijwillig aan Allâhs wil overgeven, zich geheel en al ter beschikking stellen van Allâh, zich in zijn geheel aan Allâh toevertrouwen zich onderwerpen en nederwerpen aan Allâh en Zijn bevelen, zijn leven geven voor de zaak van Allâh. Daarom wordt zo'n iemand een muslim genoemd. (Islaamiet en mohammedaan zijn niet de juiste benaming voor een muslim.)

 

Als term kunnen we de Islaam op de volgende manieren definiëren:

 

-1) Op de vraag van de aartsengel Djabrail (Gabriel) (as) aan Rasul'lullah (sas): "Wat is Islaam?", heeft Rasul'lullah (sas) het volgende geantwoord:

- (Nederlandse uitleg) "De Islaam is de getuigenis dat er geen godheid is dan Allâh en dat Muhammad Zijn Gezant (Rasûl) is, het verrichten van de vijfmaal daags gebed (salaat), het geven van de jaarlijks aalmoes (zakaat), het vasten in de maand Ramadan (sawm), de bedevaart naar het Huis voor wie tot de reis daarheen in staat is (hadj)." (Bukhaarie en anderen)

 

-2) De Islaam is het vrijwillig en liefdevol accepteren van alles wat de Heer der Werelden (Rabbi'l `alamin) aan de Profeet Muhammad (sas) heeft geopenbaard en die door Zijn Profeet (sas) aan de mensheid en de djins ("geesten") gepredikt is. Onderwerping en overgave moet vrijwillig, liefdevol en onvoorwaardelijk zijn, dus zonder enige twijfel, compromis, voorwaarde of uitleg. Immers als een natuurlijke reactie hebben alle schepselen, zowel levend als levenloos, zich aan Allâh en Zijn bevelen overgegeven: (Nederlandse uitleg) 'Wensen zij (de ongelovigen) een andere dan Allâh godsdienst (Islaam), terwijl wie er in de hemelen en op de aarde zijn zich goedschiks en kwaadschiks aan Hem hebben overgegeven en tot Hem zullen worden teruggebracht.' (3/83).

De Islaam, is de gemeenschappelijke naam voor de godsdienst die Allâh aan al Zijn profeten, van Adam (as) tot aan Muhammad (sas), heeft bevolen te volgen en te prediken. Het is de enige godsdienst die Allâh accepteert van de mensheid (zie hierboven 3/85). De Profeet Muhammad (sas) heeft dus geen nieuwe godsdienst gebracht maar hij heeft de ware monotheistische godsdienst in zijn meest perfecte vorm hersteld. Met hem is de keten der profeten voleindigd. Hij is "het zegel der profeten", die naar de gehele mensheid en de djiens (geesten) is gestuurd.

 

-3) De Islaam is naast een godsdienst ook een manier van leven. Het is een bundeling van goddelijke wetten, die het leven van de mens en zijn maatschappij regelt. Bij het in acht nemen of het overtreden van deze wetten wordt men zowel hier op aarde als in het hiernamaals resp. beloond en bestraft. Naast de geloofszaken (`aqidah) en godsdienstoefeningen (ibadât), regelt de Islaam de ethische, sociaal-politieke, culturele, nationale en internationale zaken, m.a.w. Islaam regelt alle menselijke zaken vanaf de geboorte tot de dood.

 

- 4)De Islaam is het juiste antwoord op de volgende drie vragen:

a) Waar komen we vandaan?.

(Nederlandse uitleg) 'O mensen, als jullie in twijfel verkeren over de opwekking (na de dood)... Ongetwijfeld, Wij hebben jullie (eerste vader en moeder) geschapen uit aarde, daarna (hun nakomelingen) uit een druppel (zaadcel en eicel), daarna uit een bloedklonter (embryo) en daarna uit een klomp vlees geschapen. Dit hebben Wij gedaan om jullie duidelijk te maken (hoe volmaakt en machtig Wij zijn). En Wij laten wat Wij willen voor een vastgestelde termijn in de baarmoeders verblijven. Dan brengen Wij jullie als kind te voorschijn. Dan moeten jullie volgroeid worden (tot volwassenen). En onder jullie zijn er die (op vroege of late leeftijd) weggenomen worden (doodgaan) en onder jullie zijn er die teruggebracht worden (dement worden) tot de meest vernederende leeftijd zodat zij, na kennis gehad te hebben, niets meer weten...' (22/5)

Uit de bovenstaande en vele andere verzen kunnen we opmaken dat de mens eerst niets was, vervolgens heeft Allâh de eerste mens, Adam (as) uit aarde/klei geschapen. En Adams (as) nakomelingen heeft Hij via geslachtelijke voortplanting ter wereld gebracht: (Nederlandse uitleg) 'Was hij niet een druppel zaad dat werd uitgestort in de baarmoeder?' (75/37).

 

b) Waarom zijn we geschapen?.

(Nederlandse uitleg) 'Ik heb de mensen en de djien (geesten) slechts geschapen om Mij te dienen' (51/56)

Allâh dienen omvat alle handelingen, die in overeenstemming zijn met de Qur'aan en Sunnah, die de mens hier op aarde verricht om Allâhs welbehagen te verdienen. Hiermee wordt men hier en in het hiernamaals tot geluk en harmonie geleid.

 

c) Waar gaan we naar toe?.

(Nederlandse uitleg) 'Waarlijk jullie terugkeer is tot jullie Heer (Rabb)' (53/42)

Als men het goede en de juiste dingen heeft verricht zal men beloond worden in het paradijs. Zo niet, dat wordt men bestraft in de hel. In de Islaam gaat het om drie levensvormen:

-1) het nabije leven hier op aarde

-2) het leven in de graf,van de dood tot de Oordeelsdag

-3) en het komende leven.

Op de Oordelsdag zal Allâh van elk mens rekenschap vragen en zullen de daden van een ieder worden gewogen volgens een afweging van de (geestelijke) balans, die met zijn goede en slechte daden heeft gevuld. Wie met Allâhs barmhartigheid wordt berecht zal het paradijs binnengaan, wie met Allâhs rechtvaardigheid wordt berecht zal eeuwige straffen van lijden en vuur in de hel ondergaan.

-5) De Islaam is het licht die de mensheid hier op aarde en in het hiernamaals naar heil en geluk leidt, de geestelijke en lichamelijke ziektes geneest. En het is de enige rechtgeleide weg die gevolgd kan worden: (Nederlandse uitleg) 'En Wij zenden van de Qur'aan (gedeelten) neer die genezing en barmhartigheid zijn voor de gelovigen...' (17/82)

 

Samenvattend kunnen we zeggen dat het muslim zijn het volgende betekent: zich overgeven aan Allâh en Zijn bevelen en zich geheel en al ter beschikking stellen aan de zaak van Allâh (Islaam). Deze daad van vrijwillige en liefdevolle zelfovergave (= Islaam) is dus de eigen naam van de boodschappen die de profeten van Allâh, van Adam (as) tot en met Muhammad (sas), gepredikt en verkondigd hebben. En het is tevens de naam van de gemeenschap van Rasul'lullah (ummat-i Muhammad (sas), die zich aldus helemaal aan Allâh en Zijn bevelen onderworpen heeft. Zo wordt "de wereld van de Islaam" beschouwd, als die landen waar met de wetten van de Islaam (Shari`ah) wordt geregeerd. De Shari`ah omvat niet alleen de "godsdienstige" maar ook de "wereldlijke" zaken. In de Islaam kan dus geen onderscheid gemaakt worden tussen de godsdienstige en wereldlijke zaken, zoals dat het geval is in de zin van het seculiere denken, omdat alles in de godsdienst zit. Vandaar dat de Islaam zowel godsdienstig als wereldse gemeenschap tegelijk is.

 

De Islaam is een geopenbaarde godsdienst met een Profeet, een Boek en een levend regeringssysteem. De Islaam is vervolgens ook een levenswijze: een vorm van godsdienstig leven aan de hand van sociale, culturele, politieke en ethische voorschriften.

 

WAT IS 'DIEN' (GODSDIENST)?.

 

Voordat we de kenmerken van de Islaam beschrijven, willen we eerst even stilstaan bij het begrip 'dien' (godsdienst). Etymologisch gezien, betekent het woord 'dien': beloning, straf, goddelijke wet, afrekening, overheersing, heersen, levenswijze, gehoorzaamheid, regeringssysteem, ideologie, religie ...

In de Islaam betekent 'dien': de 'Shari`ah' (goddelijke wetten), die Allâh aan de mensheid gegeven heeft via zijn profeten en die vrijwillig en liefdevol in al zijn facetten in praktijk gebracht en gehoorzaamt dient te worden, om het heil en het geluk hier op aarde en in het hiernamaals te verdienen. In de Islaamitische traditie organiseert de godsdienst dus ook de politiek-sociale samenleving; de staat is een onderdeel van de Islaam en niet andersom !.

 

Hierboven zagen we dat niet alleen een religie een godsdienst kan zijn maar ook een politieke of levensbeschouwelijke ideologie. Daarom onderscheiden we twee soorten godsdiensten:

-1) godsdiensten die door mensen zelf zijn bedacht, bv. democratie, communisme, kapitalisme, fascisme, boeddhisme, hindoeïsme etc.

-2) de godsdienst die door Allâh is gezonden: monotheistische godsdiensten (Jodendom, Christendom en Islaam).

 

Zoals we al hierboven zagen heeft Allâh vanaf Adam (as), de eerste mens en de eerste profeet, tot aan Rasoellullah (sas), de laatste profeet, de Islaam als godsdienst gezonden. Maar deze godsdienst is in de loop der eeuwen door de gemeenschap van de profeten veranderd, waardoor het zijn goddelijkheid heeft verloren. Allâh heeft toen Zijn laatste profeet gezonden om de ware godsdienst weer in zijn ere te herstellen. Allâh heeft ook verzekert dat de Islaam tot de Oordeelsdag onveranderd zal blijven. Daarom zien de muslims de Shari`ah als de enige rechtsgeldige goddelijke wet die voor de gehele mensheid en de djiens is gezonden.

 

Analoog aan het bovenstaande kunnen we ook zeggen dat een maatschappij op twee manieren geregeerd kan worden:

-1) wetten die door de mensen zelf zijn opgesteld in de vorm van vele ideologieen.

-2) wetten die door goddelijke openbaring zijn vastgesteld

De eerste vorm is alom bekend in de huidige maatschappijen. De tweede vorm is voor vele mensen onbekend en dus ook onbemind. De Islaam is zo'n regeringsvorm. Allâh heeft aan Zijn Profeet Muhammad (s.a.s) Zijn Woord, de Qur'aan en de Sunnah geopenbaard.

 

De Qur'aan en de Sunnah vormen de basis voor de goddelijke wetten. Dit betekent dat Allâh de Wetgever en Soevereine Heerser en Rechter is. Hij is niet alleen de Schepper van de schepselen, Hij is ook de Schepper van de wetten die Zijn schepselen tot heil en geluk leidt. Dit betekent ook dat deze wetten voor altijd onveranderd zullen blijven voortbestaan, internationaal is, overal op aarde in praktijk gebracht kan worden en op ieder volk en persoon van toepassing is. Ze zijn niet onderhevig aan tijd, plaats of volk. Deze wetten zijn al meer dat dertienhonder jaar in praktijk gebracht en ze zijn door muslimjuristen uitvoerig bestudeerd. In de loop der eeuwen is de Shari`ah uitgegroeid tot het uitgebreidste rechtssysteem. De toepassing ervan is dan ook een onderdeel van de godsdienst alsmede onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Alles wat tegen de geest van de Karren en de Sunnah ingaat, wordt als inmenging tegen goddelijke wetten gezien, dus verworpen.

 

 

 

DE BRONNEN VAN DE SHARI`AH.

 

Volgens de Shari`ah verlopen de relaties van de mensen:

- van mens tot zijn Schepper

- van mens tot zijn mede mens

- van mens tot de maatschappij waarin hij leeft

- tussen de maatschappijen onderling

Vanwege het bovenstaande is het Islamitische rechtssysteem, in tegenstelling tot het moderne rechtssysteem, niet duidelijk in publiek- en privaatrecht onderverdeeld.

 

De bronnen van het Islaamitische rechtssysteem zijn deels goddelijk (Qur'aan en Sunnah) van aard en deels redelijk (geïnspireerd door het goddelijke: punten 3 en 4). We kunnen ze als volgt opsommen:

1) De Qur'aan

2) De Sunnah: hadieth boeken van o.a. Bukhaarie, Muslim, Imaam Maalik, Imaam Ahmad bin Hambal, Tirmithie, Aboe Daawoed, Ibn-i Maadjah, Nasa`ie ...

3) meningen van de sahaba (muslim metgezellen van de Profeet)

4) idjtihaad (analoge gevolgtrekking, gewoontes ....)

 

Zoals we al zagen, is de Islaam niet alleen een godsdienst, in de zin van "een band tussen God en mens", "een band tussen een God en een kaste" of "tussen God en een volk", maar het is ook praktizeren en gehoorzamen van de goddelijke wetten en het toepassen daarvan op het sociaal-politieke vlak.

 

EEN AANTAL KENMERKEN VAN DE ISLAAM.

 

Hoewel het niet onze bedoeling is de Islaam te vergelijken met resterende ideologieën of godsdiensten, zullen we toch een aantal verschillen tussen de Islaam en de menselijke ideologieën hieronder opsommen.

 

Wat zijn de specifieke kenmerken van de Islaam?.

-1) Zoals we al hierboven zagen is de Islaam van goddelijk aard. Het komt op het volgende neer: een muslim verafgoodt,eert, dient en gehoorzaamt alleen Allâh, de Heer der werelden. En de aanhangers van de resterende godsdiensten en ideologieën verafgoden de bedenkers ervan.

 

-2) Voor de Shari`ah is een ieder gelijk. Noch een persoon, noch een bepaalde klasse en noch een bepaald volk heeft een overwicht, privilege of meer recht dan een ander. Daarom bestaan er in de Islaam ook geen onschendbare personen, geestelijke klasse, wereldlijke klasse of uitverkoren volk. Islaam verkondigt dat voorkeursbehandeling tot verval van de maatschappij kan leiden. Onschendbare politici, monarchen, geestelijken of volken zijn ondenkbaar volgens de Shari`ah.

-3) De bestaansgrond van een Islaamitische maatschappij of staat is alleen dan mogelijk als de Shari`ah in al zijn facetten wordt toegepast. Allâh staat niet toe dat er een synthese komt tussen de Islaam en de menselijke ideologieën of godsdiensten. Dus Islaamitische democratie of Islaamitisch socialisme is niet mogelijk. Daarom heeft de Islaamitische staat tot taak het goede mogelijk te maken en in te grijpen in niet-Islaamitische zaken.

 

-4) De Islaam beoordeelt bij de toepassing van de Shari`ah de mens neutraal, ongeacht of hij tot goed of tot kwaad geneigd is. Voor de Shari`ah is iedereen gelijk ongeacht zijn status, afkomst, functie, geloof, huidskleur of geslacht.

 

-5) De verplichtingen, die iemand op zich kan nemen zijn aangepast aan zijn verantwoordelijkheden en zijn vermogen. En omgekeerd zijn ook de rechten aan de verplichtingen aangepast. Een erfenis wordt verdeelt met het oog op de verantwoordelijkheden en behoeften van ieder van de rechthebbende erfgenaam. Zo krijgt de man tweemaal zoveel erfenis dan de vrouw, omdat de man de verplichting heeft voor zowel zijn gezin als voor bepaalde leden van zijn familie te zorgen, hoewel de vrouw dit niet hoeft.

 

-6) De khaliefah, de wereldlijke en geestelijke leider van alle muslims, heeft binnen de grenzen van de Shari`ah, een onbeperkte zeggenschap om de belangen van zijn onderdanen (muslims en niet-muslims) te behartigen. Hij moet er op toezien dat hun vrijheid van godsdienst, bewegen en denken, veiligheid, leven en minimale levensonderhoud gegarandeerd wordt. Hij zal er alles aan moeten doen om dit in praktijk te brengen. Hierbij is hij echter wel verantwoordelijkheid verschuldigd aan het volk. Verder is het volk verplicht hem te gehoorzamen, zolang hij de grenzen van de Shari`ah niet overschrijdt.

 

-7) De niet-muslims in een Islaamitische staat hebben een vorm van godsdienstige en juridische zelfbestuur. Ze worden noch gedwongen te assimileren, noch te integreren in de Islaamitische maatschappij, maar ze mogen wel daarin participeren. Ze kunnen leven zoals hun godsdienst en tradities hun dat voorschrijft, zolang ze niet in het openbaar in strijd zijn met de Islamitische publieke orde.

 

-8) Vroeg of laat komt het recht tot de rechthebbende. Als iemand zijn straf hier op aarde ontloopt, dan zal hij op een dag, wanneer alle mensen gelijk zullen zijn voor Allâh aangezicht (Oordeelsdag), met de werkelijke feiten geconfronteerd worden. Een muslim weet dat op die Dag de werkelijke afrekening komt. Hij weet dat alles wat hij doet op die Dag moeten verantwoorden. Hij leeft voortduren met de gedachte dat alles wat hij doet, zegt of zelfs denkt, handelt in Allâh aanwezigheid. Hij weet ook dat hij hier op aarde door geestelijke getuigen (engelen) gevolgd wordt. Dat nu is een begrip, dat wij in menselijke ideologieën tevergeefs zullen zoeken.

-9) De schatkist is niet het persoonlijk bezit van de khaliefah, integendeel, het is een gemeenschappelijk bezit en welvaren van het volk. De khaliefah mag daarvan uitgeven wat naar zijn inzicht nuttig en in het algemene belang van het volk is (bijvoorbeeld sociale verzekeringen (a.o.w., w.a.o., onderhoud van wezen, behoeftigen, daklozen en armen, kinderbijslag etc.). Er zijn bepaalde regels opgesteld omtrent het verwerven van de inkomsten (belastingen, verplichte en vrijwillige aalmoesbelasting) en het besteden van de uitgaven uit de staatskas. Binnen bepaalde perken is de Islamitische staat naast volksverzekering tevens de waarborg voor de financiële en materiële verantwoordelijkheden van zijn volk.

 

-10) Zowel wereldlijke straffen als de straffen in het hiernamaals zijn persoonlijk. Niemand kan gestraft worden voor datgene wat iemand anders gedaan heeft. In geval van smartegeld kunnen familieleden mee betalen, anders staat de Islaamitische staat er garant voor.

 

-11) Voor bepaalde straffen, dat zijn zeven in getale, geeft de Shari`ah geen amnestie. Deze straffen, die we 'hadd' (Allâhs recht) noemen, kunnen in geen geval veranderd of verzacht worden. In andere gevallen is gratie mogelijk, mits de rechtverwervende en de benadeelde partij ermee akkoord gaan. Algemeen is zo dat 'hadd' straffen pas uitgevoerd mogen worden als het bewijs hiervoor onomstotelijk vast staat en de toestemming van de khaliefah is. In geval van geringste twijfel worden straffen niet uitgevoerd.

 

-12) Straf voor verbode zaken en beloning voor goede zaken is zowel hier op aarde als in het hiernamaals. In tegenstelling tot menselijke ideologieën beloont de Islaam de mensen voor hetgeen ze goed doen.

 

-13) In de Islaamitische burgerrecht mag een muslim vrouw alleen met een muslim man trouwen. Daarentegen kan een muslim man wel met een niet-muslim vrouw trouwen, mits zij tot 'het Volk van het Boek' behoort, een jood of christen is. Andere vrouwen dan uit deze groeperingen mag men niet huwen. Huwelijken tussen eerste graads verwanten (broer, zus, tante, oom, of stiefkinderen) alsmede zoogbroer of zoogzuster is verboden. Hoewel het niet aanbevelenswaardig is, is scheiding in de Shari`ah toegestaan. Ook bestaan er bepalingen t.a.v. levensonderhoud en alimentatie.

 

-14) In het Islamitische economische systeem is elke vorm van rente verboden, terwijl winst/verlies verdeling toegestaan is. Vrije economie is tot zekere mate toegestaan.

 

15) De Islaam is geen strakke godsdienst. Door zijn vernieuwende, internationale en tijdloze karakter worden ten aller tijde nieuwe problemen die een maatschappij met zich meebrengt praktisch opgelost door de zogenaamde idjtihad principe.

Concluderend kunnen we zeggen dat de Islaam zowel in de relaties van individuen met zichzelf en onderling, als in de relatie tot de gemeenschap, als in de relaties van maatschappijen onderling en tot Allâh geen enkel aspect onbehandelt heeft gelaten. Van het simpelste onderwerp tot en met de ingewikkelde internationale betrekkingen heeft de Islaam allerlei bepalingen en regelingen tot stand gebracht. De door de Shari`ah voorgestelde principes worden gaandeweg in praktijk gebracht, waardoor het een levende godsdienst blijft. Het doel waar de Islaam naar streeft, blijft dan ook door de eeuwen heen als paal boven water: de mens in beide werelden, het nu en het hiernamaals, gelukkig maken.

 

 

DOEL VAN DE ISLAAM.

 

Hierboven hebben we een aantal vragen over de Islaam besproken, laten we nu kijken wat het doel van de Islaam is. Het doel van de Islaam, (lees: van de Islaamitische staat) is:

-1 beschermen van de godsdienst.

-2 beschermen van het leven.

-3 beschermen van het verstand.

-4 beschermen van het nageslacht.

-5 beschermen van het bezit.

 

Daarom heeft de Islaam alle maatregelen getroffen om deze vijf zaken te beschermen, zodat de mensen hier op aarde in harmonie en vrede kunnen leven en in het hiernamaals het eeuwige geluk kunnen vinden. Allâh vraagt de mens alleen Hem te aanbidden, Hem te dienen en Hem te eren. Dit is alleen mogelijk als we Allâh en Zijn Profeet (s.a.s) gehoorzamen en ons vrij te maken van ons eigen ego en van andere 'godheden'.

 

ad1) BESCHERMEN VAN DE GODSDIENST.

 

De essentie en het fundament van alle monotheistische godsdiensten, dus ook van de Islaam, is het geloven in Allâh (tawhîd). Dit wordt zowel door de Qur'ân als de ahadîth (e.v. hadîth: overlevering) van Rasûlu'llâh (s.a.s.) duidelijk bevestigd. Het geloven aan al de overige zuilen van het geloof (îmân), zoals het geloven aan Allâh engelen (malâika, e.v. malak), aan Zijn Boeken (kutub, e.v. kitâb), aan Zijn Gezanten (rusul, e.v. rasûl), aan de Laatste Dag (yawmu'l akhirah) en aan de Beschikking (qadar), m.a.w. het feit dat het goede en het slechte van Allâh komt, is het gevolg van het geloven in Allâh.

 

Uit een betrouwbare hadith zien we de volgende zuilen van de Islaam:

1) De getuigenis dat er geen godheid is buiten Allâh.

2) De getuigenis dat Muhammad (s.a.s.) Allâh Gezant is.

3) Het verrichten van goede daden (`amal-i salih), waarbij salat, zakat, sawm en hadj bovenaan staan.

4) Ihsaan (= dat je Allaah aanbidt, alles wat je doet, alsof je Hem ziet. Want al zie je Hem niet, Hij ziet jou wel.)

 

Het Arabische werkwoordsvorm 'ashahadu' betekent: ik weet, ik verkondig, ik bericht, ik maak bekend en ik getuig. Daarom wordt een getuige in het Arabisch 'shahid' genoemd. Het getuigen kan zowel met woorden als met handelingen gebeuren (zie Qur'ân 9/17). Het is een vereiste dat men ook gelooft wat men getuigt anders heeft het getuigen geen nut. Als een getuige iets vertelt wat hij gezien heeft en hij gelooft zelf niet wat hij vertelt dan is hij een leugenaar. De getuigenis geven wordt in de Islaam zeer hoog geschat; het is de enige passende en waardige dat de mens t.o.v. Allâh kan doen. De geloofsbeleidenis is in feite een dubbele getuigenis: 'shahadatayn'.

-Het eerste en tevens de essentiële getuigenis vormt een herhaling van de getuigenis die de zielen van de mensen in de voor-eeuwigheid (`azal), voor de schepping van de lichamen. Toen Allâh uit de ledenen van Adam (a.s.) een nakomelingschap deed ontstaan, liet Hij hen tegen Zichzelf getuigen door te vragen: (Nederlandse uitleg) "Ben Ik niet jullie Heer (Rabb)?, antwoorden zij (de zielen): "Ja (onze Rabb), wij getuigen (dat U onze Rabb bent). Deze getuigenis wordt ook wel het grote verbond (mithaq) genoemd, die Allâh met de zielen van alle mensen die hier op aarde zullen komen, heeft aangegaan.

 

Elk mens krijgt de mogelijkheid deze getuigenis in dit aardse leven te herhalen en dus te hernieuwen om het verbond geldig te maken. Daar Allâh rechtvaardig is wordt elk mens geboren met de natuurlijke godsdienst (=Islaam) (dinu'l fitrah), m.a.w. elk mens draagt bij zijn geboorte deze beleidenis van de voor-eeuwigheid als een zegel ingeprent in zijn hart. De 'dinu'l fitrah' is onafscheidelijk verbonden met die "eerste schepping" en "eerste openbaring" van voordat de tijd er was. Pas als de mens adolescent is, kiest hij onder invloed van zijn omgeving de Islaam als zijn godsdienst of andere godsdiensten (zie ook hierboven).

 

"Ash hadu al'lâ ilâha illa'llâh" (ik getuig dat er is geen godheid is dan Allâh) is het centrale geloofspunt. Alle profeten en hun ware aanhangers hebben deze getuigenis beleden.

 

De tweede shahada: "wa ash hadu anna Muhammadur Rasûlu'llâh" (en ik getuig dat Muhammad Zijn (laatste) Gezant is) maakt de aanvaarding van de Islaam volledig. De Karren heeft aan deze twee beleidenissen ('kalima-i tawhid') hun juiste uitdrukking en hun volle waarde gegeven, zodat een ieder die deze getuigenissen in het diepste van zijn hart oprecht aflegt daardoor in Allâh oog muslim wordt. Wie in de 'kalima-i tawhid' onvoorwaardelijk gelooft en dit met volle overtuiging uitspreekt kan niet meer weigeren de totale boodschappen van Rasulu'llah (s.a.s) te aanvaarden. Wie willens en wetens de tweede getuigenis weigert te aanvaarden, doet het eerste teniet in zijn hart. De mens en de djin,- zoals ieder redelijk schepsel-, bestaat alleen om getuigenis te geven van Allâh.

 

Het geloof (îmân) en de toepassing ervan in de praktijk zijn onafscheidelijk van elkaar. Het verrichten van goede werken (amal-i sâlih) is een essentieel onderdeel van de Islaam. Bij het verrichten van goede werken moeten we twee zaken in ons achterhoofd houden:

1) alles wat we doen moet in overeenstemming zijn met de Islaamitische waarden en normen, m.a.w. de Qur'ân en sunnah.

2) ons doel moet alleen het verkrijgen van Allâh welbehagen en gehoorzaamheid aan Allâh zijn.

Zonder deze twee voorwaarden heeft goede werken geen waarde voor Allâh. Alleen datgene dat gedaan wordt voor Allâh wordt geaccepteerd.

 

In de Qur'ân wordt op vele plaatsten îmân en goede werken naast elkaar genoemd:

(Nederlandse uitleg) "Geloof daarom in Allâh en Zijn Boodschapper (Muhammad (s.a.s) en in het Licht (Qur'ân), dat Wij nedergezonden hebben. En Allâh is precies op de hoogte van hetgeen jullie verrichten. De dag, dat Hij jullie zal verzamelen voor de Dag van de Verzameling, zal een dag van ontluistering zijn. Maar wie gelooft in Allâh en goede werken verricht, aan hen zal Allâh zijn slechte daden kwijtschelden, en Hij zal hen toegang verlenen tot de tuinen, onder welke rivieren stromen, om daarin voor eeuwig te vertoeven. Dat is de uiterste gelukzaligheid." (Qur'ân 64/8-9).

 

ad2) BESCHERMEN VAN HET LEVEN.

 

Om in leven te blijven heeft de Islaam ons geleerd hoe en wat we mogen eten, drinken, kleden, beroep uitoefenen etc. Daarnaast heeft de Islaam alles wat buitenechtelijk is, alles wat leidt tot moord, verwonding, zelfmoord en zelfkastijding en alles wat ongezond is voor het lichaam en geest verboden. Bij overschrijding van deze grenzen staat hier op aarde en in het hiernamaals straf, maar als men zich wel binnen deze grenzen houdt, wordt men beloond.

 

ad3) BESCHERMEN VAN HET VERSTAND.

 

Het verstand is een van de mooiste gunsten die Allâh ons gegeven heeft. Hiermee zijn wij in staat het goede van het slechte te onderscheiden. Daarom heeft de Islaam alles verboden dat leidt tot het te niet doen of negatief beïnvloeding van het verstand: v.b. alcohol, drugs, muziek, onzedelijkheden, anti-Islaamitische zaken etc.

 

ad4) BESCHERMEN VAN HET NAGESLACHT.

 

Het huwelijk is de hoeksteen van de Islaamitische samenleving. Zonder huwelijk zou er geen nakomeling meer zijn. Islaam zet de mensen aan tot trouwen alles buiten het huwelijk is verboden. Er zijn zelfs zware wereldlijke en hiernamaals straffen op buitenechtelijke verhoudingen. Naast ontucht is zelf lastering verboden. Abortus is op bepaalde uitzonderingen na niet toegestaan. De opvoeding van het nageslacht is van wezenlijk belang voor een gezonde samenleving. Islaam sluit alle deuren die naar het slechte leiden. Immers, voorkomen is beter dan genezen.

 

ad5) BESCHERMEN VAN DE BEZITTINGEN.

 

In de Islaam is niet alleen het leven van het individu, ongeacht geslacht, kleur of geloof, heilig maar ook zijn bezittingen. Alle vormen van diefstal, rente, misleiding en hamstering is verboden. Elk individu is binnen de grenzen van de Islaam vrij een beroep uit te oefenen, eigen vermogen te hebben en binnen redelijke grenzen winst te maken. Het werken wordt zelf als een godsdienstoefening gezien.

Na dit alles te hebben verteld kom ik tot mijn eind conclusie: Islaam is de enige ware en realistische godsdienst die in de behoeftes van de gehele schepping voorziet.

 

Wa'l Hamdulillaahi Rabbil `Aalamien.

 

Home Page

 

Door Drs.I.Bayrak

Top